Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [21]Zo geschiede, dat die jonge dochter, tot welke ik zal zeggen: Neig toch uw kruik, dat ik drinke; en zij zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve [zij], die Gij Uw knecht Izak [22]toegewezen hebt, en dat ik daaraan bekenne, dat Gij weldadigheid bij mijn heer gedaan hebt. 21. Dit teken begeert hij niet uit mistrouwen of vermetelheid, maar uit een bijzonder vertrouwen, dat God in hem wrocht, die door zijn beleid dit alles zo geschikt had, gelijk de uitkomst zulks heeft bewezen, zoals in het volgende blijkt; zie dergelijke exempelen Richt.6:17, 1 Sam.14:9,10 22. Anders, toegeschikt, of voorbereid.